Elektronica. Wat is dat nu eigenlijk? En hoe werkt het? Stoneshop heeft tijdens een lezing “Introductie elektronica” uitgebreid uitgelegd waar termen als “weerstand“, “condensator“, “spoel“, “diode” en “transistor” voor staan.
Met mooie metaforen als tuinslangen, emmers en sjoelbakken gingen we aan de gang. Het eerste onderscheid wat we leerden te maken was dat er actieve en passieve componenten zijn. Die actieve componenten die doen dus iets, wanneer er iets gebeurt. Dat kunnen we wel onthouden. Maar wat doen ze dan als er wat gebeurt? En waar gebruik je al die componenten dan voor?
Tijd een voorbeeldje. Met LED’s, want die zijn leuk! Eerst eens goed naar de LED zelf kijken. De ‘pootjes’ zijn niet evenlang, de korte kant is de min en de lange kant is de plus. Een LED is overigens een “diode” en omdat het licht produceert (iets doet) als het voldoende gevoed wordt (iets gebeurt) is het dus een actief component. Goed, terug naar het voorbeeld. Een rode LED is 2V, maar uit de voeding komt 12V en dat is duidelijk 10V meer. Hoe los je dat op? Je hebt dus iets nodig wat ervoor zorgt dat er uiteindelijk minder V’s aankomen bij de LED. Terug naar de tuinslangen!
De kraan staat open, de slang is aangesloten, maar er komt teveel water tegelijk uit en je kunt de kraan niet zachter zetten. Dit truukje kennen we allemaal wel, je knijpt in de slang totdat de hoeveelheid water eruit komt die je nodig hebt. Oftewel je biedt weerstand. Om ervoor te zorgen dat de LED niet doorbrand, heb je dus “weerstand” nodig. Tot hier is het goed te volgen.
Met een rekensommetje die de wet van Ohm genoemd wordt, kun je aan de hand van de spanning (V), de stroom/ampère (I) en de weerstand (R) uitrekenen hoeveel Ohm-waarde je weerstand nodig heeft. Hier werd het wat ingewikkelder, een soort wiskunde. Een truukje van een medecursist maakte het makkelijk te onthouden, maar het echt helemaal snappen deden we nog niet. Maar dat was niet erg, het rekensommetje liet in ieder geval zien dat als we 10V teveel hadden en we dat delen door de 0,01 ampère van de LED we 1000 Ohm weerstand nodig hebben.
Bij de eerste poging (zonder weerstand) om de LED te laten branden, ging het stuk. Nu hebben we geleerd dat je met de juiste weerstand de tuinslang af kunt knijpen en de LED wel kunt laten branden. Een kleine demonstratie laat dit duidelijk zien. Het lichtje brandt!
Tijdens de rest van de introductie hebben we uitleg gekregen over een aantal andere componenten zoals de “condensator” (emmer), de “spoel” (magneet), de “relais” (schakelaar) en de “transistor” (een valsspelende maar stroomversterkende sjoelbak). Met diverse tekeningen en demonstraties is laten zien hoe de componenten werken. Als je iets niet snapte, kon je het gewoon vragen. En met veel gelach over de metaforen zijn we uiteindelijk toch een heel stuk wijzer geworden. Snappen we het helemaal en kunnen we nu zelf ook leuke dingen maken met elektronica? Nee, nog niet. Maar als we dit nog een paar keer horen waarschijnlijk wel. En, ook niet onbelangrijk, we weten nu waarom de blauwe LED niet brandt als je het samen met een rode LED op een knoopcelbatterij van 6V plakt!